19 mrt 2024
Vanochtend zei een klant: ‘Je bent mijn achtste diëtist en bent de eerste die luistert naar wat ik wil’. Daar was ik even stil van en ik keek terug met waarschijnlijk een vragende blik. Hij vervolgde: ‘Tot nu toe kwamen diëtisten met adviezen. Allemaal prima adviezen die pasten bij mij en mijn probleem, maar ik mistte een luisterend oor’.
Vaak hebben we het beste voor met de ander. Hebben we een passend plan voor zijn of haar probleem. En als de ander nu doet wat ik zeg, komt het in orde. Daar heb ik laatst een hilarisch boek over gelezen: Waarom doe je nou niet gewoon wat ik zeg van Hilde Jans
Mensen doen niet wat ik zeg als het niet resoneert met wat ze zelf willen of wat ze nodig hebben. Daarom zwijg ik graag en stel juist vragen. De allereerste vraag is meestal: wat is je hulpvraag (of waar kan ik je mee helpen)? Dat levert vaak een algemeen antwoord op: ik wil afvallen, ik wil minder buikvet hebben, ik wil aankomen, ik wil van mijn darmklachten af of ik wil meer energie. De volgende vraag is dan: wat levert je dat op? Dan zijn de antwoorden al wat specifieker: ik vind mezelf dan mooier, ik voel me dan zelfverzekerder, ik kan makkelijker veters strikken, ik wil weer in mijn broeken passen, ik wil minder moe zijn. Ik luister aandachtig en stel de volgende serie vragen: hoe voelt dat; zelfverzekerd zijn, beschrijf eens wat er gebeurt als je de veters strikt, is je huidige maat niet goed genoeg, hoe voelt het als je genoeg energie hebt?
Na deze open vragen kan ik zwijgen en beginnen mensen te vertellen wat ze willen of wat ze voor ogen hebben. Met mensen die makkelijk vertellen en praten is dat niet zo moeilijk.
Bij klanten die minder spraakzaam zijn stel ik meer vragen, vooral verdiepende vragen. Een enkel keertje vindt een klant mijn vragen onplezierig of is niet in staat op zichzelf te reflecteren. Dan nodig ik hem of haar uit om er thuis verder over na te denken of een dagboekje bij te houden.
Tussen de regels door luisteren doe ik ook graag. Soms zegt een klant iets en dan denk ik (of voel ik) dat klopt niet, wat je nu zegt past niet bij je of lijkt geen uitspraak van jezelf. Met de vraag: ‘klopt het wat je zegt’? worden we dan een stuk wijzer.
Of ik hoor een belemmerende overtuiging: ik kan moeilijk afvallen, van deze klacht zal ik waarschijnlijk nooit afkomen, het zal moeilijk worden of mijn darmen werken niet mee. Ook hier is de vraag: ‘klopt dat’? een hele goede. Of ik onderzoek waar deze overtuiging vandaan komt of buig hem in samenspraak met de klant om naar een positievere.
Met goed luisteren en goed doorvragen kom ik tot de kern van een probleem. Vaak is een probleem niet voeding gerelateerd, maar ligt de oorzaak op een ander gebied. Meestal op het gebied van zelfacceptatie, de lat te hoog leggen, valse verwachtingen, geen contact hebben met het lichaam of te veel stress.
En, bemerk ik steeds vaker, als de klant zichzelf hoort praten, zichzelf dieper in het vraagstuk graaft en tegen belemmeringen aanloopt, dan liggen de adviezen bij zichzelf voor het oprapen. Want de wijsheid zit in de klant zelf, mijn taak is luisteren en reflecteren.
Met de betreffende klant van vanochtend komt het onderwerp; ben je jezelf aan het vullen of aan het voeden altijd even ter sprake, maar verder hebben we het over levensvragen. Of over voorvallen die hem geraakt hebben en die hij beter probeert te begrijpen. Hiermee spiegelt hij zichzelf en maakt vervolgens keuzes die bij hem passen. En ik hoef alleen maar te luisteren.
< Ga naar het vorige en volgende bericht >